Wettelijke indexering alimentatie

Ieder jaar wordt een nieuwe indexering van de alimentatie vastgesteld. Per 1 januari 2022 zal de alimentatie worden verhoogd met 1,9%. De wettelijke indexering kan bij een overeenkomst of een gerechtelijke uitspraak met betrekking tot het levensonderhoud zijn uitgesloten.

Ontvangt u alimentatie en is de indexering niet uitgesloten? Houd dan in de gaten of per 1 januari 2022 uw alimentatie is verhoogd.

Betaalt u alimentatie en is de indexering niet uitgesloten? Dan moet u per 1 januari 2022 de alimentatie met 1,9% verhogen.


Niet dragen mondkapje leidt tot ontslag zonder vergoeding

De kantonrechter heeft op 4 november jl. geoordeeld dat een werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door stelselmatig geen mondkapje te dragen tijdens het werk.

De werkgever is een schoonmaakbedrijf dat afhankelijk is van klanten die op luchthaven Schiphol opereren. Daar gelden strikte regels ten aanzien van het dragen van mondkapjes in nagenoeg alle ruimten. De medewerkers waren geïnstrueerd dat tijdens werkzaamheden altijd een mondkapje gedragen moet worden. Klanten van de werkgever verlangen dat de werkgever een dergelijke mondkapjesplicht oplegt. Daarnaast is de werkgever verplicht om voor een veilige en gezonde werkomgeving zorg te dragen. De werknemer dacht daar anders over. Wat de werknemer betreft, werden zijn rechten geschonden doordat hem verplicht werd een mondkapje te dragen. Als gevolg van het herhaaldelijk weigeren een mondkapje te dragen, zijn er gesprekken met de werknemer geweest. Desalniettemin bleef de werknemer weigeren.

Uiteindelijk heeft de werkgever een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen bij de kantonrechter ingediend. Dit verzoek heeft de kantonrechter toegewezen. Daaraan ten grondslag ligt dat een werkgever een instructierecht heeft en in dat kader redelijke voorschriften aan zijn medewerkers kan geven waaraan een werknemer verplicht is gevolg te geven. Op dat moment gold op de luchthaven een mondkapjesplicht. In een dergelijke werkomgeving gelden doorgaans striktere regels en voorschriften waaraan alle daar werkzame personen zich dienen te houden. De werknemer is in de gesprekken gewezen op het risico van ontslag als hij zich niet aan deze instructie zou houden. Daarbij werd ook benadrukt dat zijn gedrag ertoe zou kunnen leiden dat klanten van de werkgever hun opdracht zouden intrekken.

De kantonrechter gaf wel aan dat het enkele weigeren een mondkapje te dragen niet direct leidt tot ernstig verwijtbaar handelen en daarmee het vervallen van de transitievergoeding. Echter, het herhaaldelijk weigeren een mondkapje te dragen en gelet op de aard van deze voor de werkgever noodzakelijke maatregel waardoor het weigeren een potentieel risico voor opdrachtverlies opleverde, leidde tot de conclusie dat er wél sprake was van ernstig verwijtbaar handelen. Bovendien was duidelijk geworden dat de werknemer zich wel realiseerde dat de maatregel belangrijk was, omdat hij – in plaats van een mondkapje – een keer een sjaal heeft gebruikt. De werknemer heeft tenslotte geweigerd om een andere functie uit te gaan voeren. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden zonder toekenning van een transitievergoeding.

In deze uitspraak wordt duidelijk dat het instructierecht van de werkgever een duidelijke basis geeft om bepaalde (tijdelijke) maatregelen aan werknemers op te leggen. Het niet dragen van een mondkapje onder werktijd leidt niet automatisch tot ernstig verwijtbaar handelen, maar kan – alle omstandigheden in acht nemend – daar wel toe leiden. Zorg voor duidelijke instructies. Toezien op naleving daarvan is evenzo belangrijk. Deze uitspraak had mogelijk anders uitgepakt als de werknemer bijvoorbeeld ernstige gewetensbezwaren zou hebben gehad, althans aangevoerd, waardoor het dragen van een mondkapje niet van hem kon worden verlangd.

Vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op. 071 – 2032166.


Onderhoudsplicht van de stiefouder

Het huidige wettelijk kader voor kinderalimentatie is achterhaald. In dit kader wordt nog uitgegaan van de oude rolverdeling: de ene ouder werkt en de andere ouder zorgt. Ook samengestelde gezinnen vinden nog geen goede plek in het stelsel. Al in 2015 is een wetsvoorstel ingediend om dit kader te wijzigen, maar tot op heden is deze niet in werking getreden. Als het wetsvoorstel in werking treedt, kan de stiefouder niet meer worden verplicht om te voorzien in het levensonderhoud van het kind van zijn of haar echtgenoot/echtgenote of geregistreerd partner.

Op grond van artikel 1:395 BW is de stiefouder gedurende het huwelijk of geregistreerd partnerschap verplicht een bijdrage voor levensonderhoud te verstrekken aan de tot zijn of haar gezin behorende kind(eren) van de echtgenoot/echtgenote of geregistreerd partner. De hoogte van de bijdrage van de stiefouder wordt berekend aan de hand van de behoefte van het kind en de draagkracht van degene(n) met de onderhoudsplicht. Indien meerdere bloed- of aanverwanten verplicht zijn in de levensonderhoud van het kind te voorzien, is ieder van hen gehouden om in een deel van de behoefte van het kind te voorzien.

Dit alles betekent echter niet dat in elk geval de stiefouder verplicht is aan het levensonderhoud van het kind bij te dragen. De bijdrage kan door de rechter worden verminderd of zelfs uitgesloten.

De rechtbank Overijsel oordeelde in 2017 dat de stiefouder niet verplicht was om te voorzien in het levensonderhoud van het kind. De biologische ouders hadden voldoende draagkracht om te voorzien in de behoeften van het kind. Bovendien hadden de stiefouder en de biologische ouder samen ook weer kinderen gekregen en een nieuw gezin gevormd. Een onderhoudsplicht van de stiefouder zou dan bij het gezin extra zwaar vallen.

Ook het Hof Amsterdam oordeelde in 2017 dat de stiefouder niet verplicht was om te voorzien in het levensonderhoud van het kind. De band tussen de biologische ouder en het kind was veel nauwer dan de band die het kind en de stiefouder hadden. De ouder en het kind hadden bijvoorbeeld nog regelmatig contact. De stiefouder was ook pas op een latere leeftijd van het kind in het leven van het kind gekomen. Bovendien vervulde de stiefouder geen echte ‘ouder’ rol.

Al met al staat ons een verandering te wachten met betrekking tot de onderhoudsplicht van stiefouders. Tot de inwerkingtreding van het wetsvoorstel is het raadzaam om goede afspraken te maken over eventuele nieuwe partners bij de scheiding dan wel juridisch advies in te winnen.