De kantonrechter heeft op 4 november jl. geoordeeld dat een werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door stelselmatig geen mondkapje te dragen tijdens het werk.

De werkgever is een schoonmaakbedrijf dat afhankelijk is van klanten die op luchthaven Schiphol opereren. Daar gelden strikte regels ten aanzien van het dragen van mondkapjes in nagenoeg alle ruimten. De medewerkers waren geïnstrueerd dat tijdens werkzaamheden altijd een mondkapje gedragen moet worden. Klanten van de werkgever verlangen dat de werkgever een dergelijke mondkapjesplicht oplegt. Daarnaast is de werkgever verplicht om voor een veilige en gezonde werkomgeving zorg te dragen. De werknemer dacht daar anders over. Wat de werknemer betreft, werden zijn rechten geschonden doordat hem verplicht werd een mondkapje te dragen. Als gevolg van het herhaaldelijk weigeren een mondkapje te dragen, zijn er gesprekken met de werknemer geweest. Desalniettemin bleef de werknemer weigeren.

Uiteindelijk heeft de werkgever een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen bij de kantonrechter ingediend. Dit verzoek heeft de kantonrechter toegewezen. Daaraan ten grondslag ligt dat een werkgever een instructierecht heeft en in dat kader redelijke voorschriften aan zijn medewerkers kan geven waaraan een werknemer verplicht is gevolg te geven. Op dat moment gold op de luchthaven een mondkapjesplicht. In een dergelijke werkomgeving gelden doorgaans striktere regels en voorschriften waaraan alle daar werkzame personen zich dienen te houden. De werknemer is in de gesprekken gewezen op het risico van ontslag als hij zich niet aan deze instructie zou houden. Daarbij werd ook benadrukt dat zijn gedrag ertoe zou kunnen leiden dat klanten van de werkgever hun opdracht zouden intrekken.

De kantonrechter gaf wel aan dat het enkele weigeren een mondkapje te dragen niet direct leidt tot ernstig verwijtbaar handelen en daarmee het vervallen van de transitievergoeding. Echter, het herhaaldelijk weigeren een mondkapje te dragen en gelet op de aard van deze voor de werkgever noodzakelijke maatregel waardoor het weigeren een potentieel risico voor opdrachtverlies opleverde, leidde tot de conclusie dat er wél sprake was van ernstig verwijtbaar handelen. Bovendien was duidelijk geworden dat de werknemer zich wel realiseerde dat de maatregel belangrijk was, omdat hij – in plaats van een mondkapje – een keer een sjaal heeft gebruikt. De werknemer heeft tenslotte geweigerd om een andere functie uit te gaan voeren. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden zonder toekenning van een transitievergoeding.

In deze uitspraak wordt duidelijk dat het instructierecht van de werkgever een duidelijke basis geeft om bepaalde (tijdelijke) maatregelen aan werknemers op te leggen. Het niet dragen van een mondkapje onder werktijd leidt niet automatisch tot ernstig verwijtbaar handelen, maar kan – alle omstandigheden in acht nemend – daar wel toe leiden. Zorg voor duidelijke instructies. Toezien op naleving daarvan is evenzo belangrijk. Deze uitspraak had mogelijk anders uitgepakt als de werknemer bijvoorbeeld ernstige gewetensbezwaren zou hebben gehad, althans aangevoerd, waardoor het dragen van een mondkapje niet van hem kon worden verlangd.

Vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op. 071 – 2032166.