Een geslaagd beroep op schending van de zorgplicht door de werkgever leverde de werknemer een vergoeding voor inkomensverlies op van € 28.000,-. De werknemer was werkzaam in een zorginstelling. De werkgever is een grote woonzorgorganisatie met aanleunwoningen en woongroepen. Op enig moment voerde de werkgever een ander werkmodel in waardoor de werknemer in de nachtdienst alleen kwam te staan. Ondanks de verschillende meldingen van de werknemer en opmerkingen van onder meer een verpleegkundige van dienst, werd werknemer niet van deze nachtdienst gehaald. Wel werd er extra hulp geboden gedurende een paar uren tijdens de nachtdienst. En de werkgever had een urenvermindering aangeboden – nadat de werknemer gezondheidsklachten had ontwikkeld – waarvoor de werknemer de overuren zou gebruiken.

Kantonrechter

Uiteindelijk valt werknemer ziek uit en na verloop van 104 weken wordt vastgesteld dat herstel van de werknemer binnen 26 weken niet valt te verwachten. De werkgever zegt de arbeidsovereenkomst op. In eerste instantie verzoekt de werknemer om een billijke vergoeding bij de kantonrechter; de transitievergoeding had ze reeds betaald gekregen. De kantonrechter was het niet met de werknemer eens, waarna de werknemer hoger beroep instelt.

Hof

Het hof is van oordeel dat de hoge drempel van de billijke vergoeding niet wordt gehaald. De werkgever heeft weliswaar steken laten vallen bij de invoering van het nieuwe werkmodel en te makkelijk gedacht dat de werknemer voortaan de nachtdiensten als enige verzorgende kon draaien. Maar niet bleek uit de e-mails die de werknemer had gestuurd dat er sprake was van een zodanige werkdruk dat onmiddellijk gevreesd moest worden voor een onwerkbare situatie of niet te vermijden burn-out. Ook de inzet van wat extra handen gedurende en paar uur tijdens de nachtdienst en de verkorting van de arbeidstijd moeten hierbij meetellen. Evenals het feit dat een collega van de werknemer wel in staat was om de nachtdiensten te vervullen. Kortom, de werkgever lijkt hiermee gered.

Schending zorgplicht?

Maar de werknemer had haar verzoek aangevuld met een vordering tot schadevergoeding op grond van artikel 7:658 BW. Dat artikel ziet op de zorgplicht van de werkgever. De werkgever is verantwoordelijk voor het inrichten van een veilige werkplek, werktuigen en gereedschappen en dient zodanige maatregelen te treffen als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Het hof oordeelt dat de werkgever deze zorgplicht niet is nagekomen. Het hof hecht daarbij waarde aan het feit dat de werknemer diverse mails had gestuurd over de werkdruk met het verzoek om er een collega bij te zetten in de nacht. Dit had voor de werkgever aanleiding moeten zijn om meer zorg te betrachten voor de werksituatie en de dreigende overbelasting van de werknemer. Het is niet duidelijk in hoeverre de werkgever met de werknemer hierover in gesprek is gegaan en op welke wijze verlichting is geboden. Ook gaat het hof uitgebreid in op de werkzaamheden die de werknemer gedurende de nachtdienst heeft. De werkgever had eigen onderzoek gedaan naar het effect van het nieuwe werkmodel waardoor de werkgever op de hoogte was van de werkbelasting. Maar de werkgever had te weinig en te laat gereageerd.

Voldoende aanknopingspunten

De opmerking van de werkgever dat niet vast is komen te staan dat de burn-out van de werknemer het directe gevolg is van de werksituatie, hielp de werkgever niet. Daarbij verwees het hof naar de e-mailberichten van de werknemer, de communicatie rondom de eerste ziekmelding, hetgeen is besproken tijdens de tweede ziekmelding en (slechts) summier naar de conclusie van de bedrijfsarts. Op basis van een niet-medische onderbouwing gaf het hof vervolgens aan dat er voldoende aanknopingspunten zijn en onvoldoende betwiste feiten die de conclusie rechtvaardigen dat het niet voldoen aan de zorgplicht door de werkgever in overwegende mate heeft geleid tot het uitvallen van de werknemer.

 

Bron: ECLI:NL:GHSHE:2022:3119