Slapende dienstverbanden; wie maakt ze wakker?

In ieder geval is het de bedoeling dat werkgevers en werknemers wakker blijven, want aan het tijdperk van de slapende dienstverbanden zal een einde gaan komen. De Hoge Raad, ons hoogste rechtsorgaan, oordeelde vrijdag 8 november jl. dat een werkgever een dienstverband niet slapend kan houden.

Wat is een slapend dienstverband? Als een werknemer arbeidsongeschikt raakt dan moeten werkgever en werknemer zich gedurende twee jaar lang inspannen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Tijdens deze re-integratieperiode wordt het loon doorbetaald. Maar als het onverhoopt anders loopt en de werknemer na twee jaar nog niet (volledig) beter is, stroomt de werknemer de WIA in. De loondoorbetalingsverplichting eindigt omdat de werknemer langer dan twee jaar ziek is, net als de verplichting om de werknemer te re-integreren. Maar wat als een werknemer inmiddels een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt en de werkgever geen loon meer hoeft te betalen?
Het dienstverband eindigt niet vanzelf door deze situatie. Daarvoor is nog steeds een actie van de werkgever en de werknemer nodig. Zo kan de werkgever het UWV om toestemming vragen het dienstverband te mogen beëindigen of hij kan zelf met de werknemer afspraken maken over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Doet de werkgever dat niet dan blijft de werknemer in dienst. Omdat er geen verplichting meer bestaat om het loon te betalen, geen opbouw van vakantiedagen etc. wordt dit een slapend dienstverband genoemd.

De reden voor een werkgever om een dienstverband slapend te houden, is vaak gelegen in het feit dat bij een beëindiging van het dienstverband de werkgever een transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd is. Met de invoering van de WWZ is deze vergoeding in de wet gekomen.
Werknemers hebben hun slapende dienstverband aan de rechter voorgelegd waarbij het vaak neerkwam op de vraag of een werknemer het recht heeft om na twee jaar ziekte ontslagen te worden. En heeft de werkgever de plicht om een werknemer te ontslaan? De uitspraken waren uiteenlopend en uiteindelijk heeft de Hoge Raad zich daar op 8 november jl. over uitgelaten. Kort gezegd, is een werkgever gehouden om in te stemmen met een voorstel van een werknemer over de beëindiging van zijn dienstverband na twee jaar ziekte. Dit voorstel kan dan niet meer vergoeding bevatten dan de transitievergoeding na twee jaar ziekte. De achtergrond van deze uitspraak is onder meer dat de werkgever deze transitievergoeding in de meeste gevallen vanaf april 2020 gecompenseerd kan krijgen bij het UWV.

Wilt u meer weten over wat deze uitspraak voor u kan betekenen? Stuur een mail via ons contactformulier op onze website www.wettingenderoode.nl of bel ons op 071-203 21 66.


Gesubsidieerde rechtsbijstand

Het valt mij altijd op dat wanneer ik vertel dat ik advocaat ben dat mensen je gelijk anders gaan aankijken. Ze denken direct dat je dan heel veel geld verdiend en kijken vaak tegen je op. Ik vind dit erg vervelend omdat dit beeld niet juist is. Ons kantoor treedt namelijk ook regelmatig als zogenoemde gesubsidieerde advocaat op. Wij helpen ook mensen met minder inkomen en behoren hierdoor ook tot de zogenaamde sociale advocaten.

In Nederland heeft iedereen recht op toegang tot de rechter. Dit is gewaarborgd door het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De advocaat verricht dan zijn werkzaamheden voor één vast bedrag welke wordt betaald door de Raad voor Rechtsbijstand en niet door de cliënt zelf. De cliënt betaalt enkel eenmalig een vaste eigen bijdrage voor de gehele procedure aan de advocaat.

Of cliënten in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand wordt beoordeeld door de Raad voor Rechtsbijstand. De Raad voor Rechtsbijstand beoordeelt op basis van het inkomen en vermogen of een cliënt recht heeft op een zogenoemde toevoeging. Als alleenstaande kom je hiervoor in aanmerking tot een maximaal bruto jaarloon van € 27.300,- en als alleenstaande ouder, samenwoner en gehuwd stel is de grens vastgesteld op € 38.600,- bruto per jaar. Hierbij wordt er gekeken naar het inkomen van twee jaar terug aangezien hiervan de gegevens bekend zijn bij de Belastingdienst. Daarnaast wordt het vermogen meegewogen. De eigen bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.

Voor elke specifieke zaak wordt er een bepaald aantal punten toegekend. Elke punt staat voor een uur aan werkzaamheden. Voor iedere echtscheiding worden er bijvoorbeeld 10 punten toegekend wat dus staat voor 10 uur aan werkzaamheden. Voor deze 10 uur dient de advocaat alle werkzaamheden te verrichten die nodig zijn. Er is geen sprake van maatwerk.

Er is al jaren discussie over de vaststelling van het aantal punten per zaak en het uurtarief. Advocaten maken vaak veel meer uren dan wordt uitbetaald. Dit maakt onder andere dat de vergoeding van de werkzaamheden van de advocaat veel lager ligt dan een zaak op uur-basis. Veel advocaten verrichten mede daarom geen werkzaamheden (meer) op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand. Het aantal advocaten dat wel zaken aanneemt op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand neemt echter jaarlijks af door de verdere bezuinigingen op de gesubsidieerde rechtsbijstand. Dit is een zorgelijke ontwikkeling.
Ons kantoor probeert aan iedere cliënt de bijstand te geven waar hij/zij recht op heeft zolang dat haalbaar blijft. Meer weten over dit onderwerp? Neem contact met ons op.


Ambtenaren straks werknemers?

Het principe van bezwaar maken tegen een besluit van een leidinggevende en/of de instelling is er straks niet meer bij voor veel ambtenaren. Het formele traject dat hierbij hoort, wordt afgeschaft voor veel ambtenaren. Niet dat het bestuursrecht, waar dit vandaan komt, wordt afgeschaft. Maar de meeste ambtenaren worden per 1 januari 2020 gelijkgesteld met werknemers. De wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WRNA) zal dit teweeg gaan brengen. In plaats van in rechtspositieregelingen moeten ambtenaren straks in cao’s gaan kijken of daar arbeidsvoorwaarden staan die op hen van toepassing zijn.

De overgang is bedoeld automatisch te gaan. Vanaf 1 januari 2020 hebben de ambtenaren, op een aantal uitgezonderd, geen aanstelling meer maar een arbeidsovereenkomst. Ook al hebben ze dan geen overeenkomst feitelijk getekend. Niet alle overheidsinstellingen zijn van plan om de individuele ambtenaar een arbeidsovereenkomst aan te bieden, omdat dit veel werk zal zijn. Omdat door de automatische overgang de arbeidsvoorwaarden hetzelfde zullen blijven, zou dit geen probleem moeten zijn. Maar dit kan ook een mooi moment zijn om nieuwe arbeidsvoorwaarden af te spreken. Het is dan ook belangrijk om inzichtelijk te hebben welke toezeggingen, beleidsregels, regelingen en afspraken er reeds lopen.

Een ander gevolg van deze wetgeving is dat normen zoals goed werknemerschap en goed werkgeverschap ook van toepassing zullen zijn op de ambtenaren en de overheidswerkgevers. Dit naast de normen/verplichtingen die reeds voor de ambtenaar golden. Maar ook de vermoedens die uit het arbeidsrecht voortvloeien, zoals het vermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst, is nieuw binnen de ambtelijke werkverhouding. Immers, een ambtenaar heeft een aanstelling of niet. Dat zal voor de overheidswerkgever met veel soorten medewerkers wel aanpassen zijn omdat van het wel of niet bestaan van die aanstelling niet meer uit gegaan kan worden.
Het zal nog veel voeten in de aarde hebben deze transitie. We volgen het op de voet!