Partnerdoding en contact met kind

Ongeveer in 14 gevallen per jaar is er sprake van partnerdoding waar kinderen bij betrokken zijn. Voor deze gevallen is er een wet van 7 juni 2017 tot wijziging van het burgerlijk wetboek gemaakt. Deze wet zal per 1 januari 2018 in werking treden en gaat over contact dan wel omgang met het kind en de nog overblijvende ouder.
Indien de ene ouder de andere ouder (vermoedelijk) om het leven heeft gebracht zal dit vanaf 1 januari 2018 gemeld moeten worden bij de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad voor de kinderbescherming zal vervolgens en onderzoek instellen naar de wenselijkheid van een contact- of omgangsregeling van het kind met de ouder die wordt verdacht van of is veroordeeld voor het doden van de andere ouder. De Raad voor de Kinderbescherming zal op basis van dit onderzoek een verzoek indienen tot vaststelling van een contact- of omgangsregeling bij de rechtbank. De kinderrechter dient in die gevallen altijd te beoordelen of een contact of omgang in het belang is van het kind.
De kinderrechter zal bij deze procedure een bijzondere curator benoemen. De bijzondere curator zal de minderjarige vertegenwoordigen en bijstaan. Mocht de kinderrechter het verzoek tot omgang of contact afwijzen dan geldt dit voor een periode van 2 jaar. Na die 2 jaar kan de ouder dan weer een nieuw verzoek om contact of omgang indienen bij de kinderrechter.
Je kan je afvragen of het nodig is om een wet te maken voor 14 gevallen per jaar. Had het opstellen van beleid/protocol niet voldoende geweest? Verder is de kanttekening dat deze gang van zaken ook geldt voor een ouder die verdacht wordt van partnerdoding. Een veroordeling kan vervolgens jaren op zich laten wachten. Dit kan grote consequenties hebben voor het kind en de verdachte ouder. Ik kan dat ook niet rijmen met het grondbeginsel van het strafrecht “dat je onschuldig bent tot het tegendeel is bewezen”. Wel vind ik de handelswijze die in de wet is beschreven zorgvuldig en in het belang van het kind. Ik ben benieuwd naar de uitspraken van de rechters naar aanleiding van deze wet.


Alimentatie voor kinderen

De ouders zijn wettelijk verplicht om hun kinderen financieel te onderhouden. Volgens de wet zijn ouders verplicht om hun kinderen in elk geval tot 21 jarige leeftijd financieel te supporten. Er zijn een tweetal groepen te onderscheiden namelijk de kinderen tot 18 jaar en van 18 tot 21 jaar. Deze laatste groep zijn de jongmeerderjarige kinderen. Is deze financiële ondersteuning van ouders voor kinderen te wijzigen en kunnen de gedragingen van kinderen van invloed zijn op deze financiële ondersteuning?
Alle kinderen tot 21 jaar hebben behoefte aan een onderhoudsbijdrage. Tot 18 jaar wordt de alimentatie voldaan aan de ouder die de hoofdverzorger is van het kind. Vanaf 18 jaar dient de alimentatie aan het kind zelf te worden overgemaakt en is het kind zelf procespartij indien zich problemen voordoen. Het kind dient te worden ondersteund in levensonderhoud en studie.
De gedragingen van jongmeerderjarige kinderen kunnen leiden tot matiging van de alimentatie. Dit is niet mogelijk bij kinderen tot 18 jaar. Het gedrag als zodanig is niet van belang maar wel of bij zodanig gedrag naar alle redelijkheid gevraagd mag worden dat de ouder het kind nog geheel of gedeeltelijk financieel ondersteunt. Het gedrag moet een zodanig kwetsend karakter hebben voor de ouder.
In een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 6 juli 2017 heeft dit gedrag niet geleid tot matiging van de onderhoudsbijdrage aan een jong meerderjarig kind. De jongmeerderjarige weigerde om contact met de ouder te hebben. Ook had de jongmeerderjarige haar achternaam gewijzigd naar die van de moeder. Deze omstandigheden hebben er niet toe geleid dat de alimentatie werd gematigd dan wel werd stopgezet.
Uiteraard zijn er nog andere redenen waarom kinderalimentatie kan worden gewijzigd. De draagkracht van de ouder kan niet meer toereikend zijn door bijvoorbeeld inkomensdaling. Ook kan het mogelijke inkomen van een jongmeerderjarige een factor zijn voor een wijziging van de financiële ondersteuning.
Conclusie is dat ondanks de ouders wettelijk verplicht zijn om hun kinderen tot 21 jaar financieel te ondersteunen er een matiging of stopzetting van deze financiële ondersteuning mogelijk is. Dit kan bij jongmeerderjarige kinderen te maken hebben met een bepaalde gedraging die kwetsend is voor de ouder. De rechtbank zal dit van geval tot geval beoordelen.


Rechter vervangen door robot

De digitalisering en robotisering van onze maatschappij gaat in een rap tempo door. Arbeidsplaatsen van mensen worden vervangen door computers. Deze ontwikkeling gaat zelfs zo ver dat er een experiment is geweest waarin de rechter is vervangen door een robot.
Ondanks dat er wetgeving en beleid is waaraan een rechter een zaak toetst is de uitspraak afhankelijk van de rechter. Als je dezelfde zaak voorlegt aan 10 verschillende rechters zullen er verschillende uitspraken uitkomen. Het werk van een rechter is immers mensenwerk.
Het experiment heeft plaatsgevonden in twee zaken waarbij met behulp van een robot een uitspraak is gedaan en deze uitspraak is vergeleken met de uitspraak van een rechter. Het betrof een arbeidszaak en een verkeerszaak. Bij de verkeerszaak nam de verdachte een rotonde verkeerd om. De robot oordeelde dat de verdachte schuldig was. De rechter ging over tot vrijspraak omdat er geen bord aanwezig was die de juiste rijrichting aangaf. Bij de arbeidszaak ging het om ontslag van een financieel directeur. De robot en de rechter kwamen allebei tot het oordeel dat de financieel directeur onterecht was ontslagen. De rechter kwam echter tot een veel hogere ontslagvergoeding (10x zo hoog!) dan de robot.
Het experiment laat zien dat een rechter in levende lijve noodzakelijk is, een oordeel van een mens van vlees en bloed die de maatschappij centraal stelt en niet alleen de regeltjes. De rechter weegt alle omstandigheden van het geval mee. Ook speelt hierbij het gevoel, de gemoedstoestand en dergelijke mee. Daarnaast zijn juridische zaken soms erg complex zodat een robot op het verkeerde spoor wordt gezet.

De producent achter de robot heeft aangegeven dat zij al verwachtte dat een robot nog niet een rechter kan vervangen. Het is meer bedoeld als hulp voor de rechters bij hun beslissing en als een soort second opinion.
Ondanks dat het soms lastig uitleggen is aan je client dat uitspraken kunnen verschillen en afhankelijk zijn van welke rechter de zaak beoordeeld, is gebleken met dit experiment dat het oordeel van een rechter van vlees en bloed niet vervangen kan worden door een robot. Ik vraag mij af of dit ooit mogelijk zal zijn. Het oude ambacht van een rechter maar ook van een advocaat zal niet kunnen worden vervangen door een robot. Dit is en blijft mensenwerk.