Statutair bestuurder; ook als er geen schriftelijk benoemingsbesluit ligt

De kantonrechter oordeelde in een kwestie waarbij de statutair bestuurder door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders was ontslagen. Volgens de werkgever was werknemer een statutair bestuurder en had het vennootschapsrechtelijke ontslag ook het ontslag als werknemer tot gevolg. De bestuurder vond dat niet. Er was immers geen schriftelijk benoemingsbesluit en dus was hij nooit als statutair bestuurder benoemd. Hij zou slechts werkzaam zijn als algemeen directeur en bovendien was het ontslagbesluit van de ava ongeldig, omdat de aandeelhoudersvergadering niet op de juiste plaats had plaatsgevonden en bovendien niet alle betrokken partijen in de gelegenheid waren gesteld om advies over het voorgenomen ontslag uit te brengen. De kantonrechter ging hierin mee.

Een dergelijke discussie staat of valt met de vraag of een bestuurder wel of geen statutair bestuurder is en dus rechtsgeldig is benoemd. Is dat het geval, dan is de bestuurder geen “gewone” werknemer en gelden andere regels voor ontslag. Het ontslagsysteem dat de werknemer normaal beschermt, is slechts ten dele van toepassing. Niet voor niets wordt een statutair bestuurder vaak beter beloond.

Het hof vond midden december 2020 dat er in deze zaak wel sprake was geweest van een geldig benoemingsbesluit, waardoor de bestuurder dus een statutair bestuurder was. Weliswaar was er geen schriftelijk benoemingsbesluit, wat het besluit van benoeming kan bewijzen, maar er waren andere omstandigheden die – volgens het hof – voldoende aannemelijk maakten dat er een benoemingsbesluit was genomen.

Zo volgde uit de intentiekoopovereenkomst tussen de werkgever en de voormalig onderneming van de bestuurder, dat het de bedoeling was dat de bestuurder statutair bestuurder zou gaan worden. Dezelfde bedoeling werd vastgelegd in de aandeelhoudersovereenkomst. Verder was in de arbeidsovereenkomst van de bestuurder opgenomen dat de ava de bestuurder had benoemd tot statutair bestuurder. Maar ook een benoemingsbesluit van de ava waarin de bestuurder als algemeen directeur was benoemd en waarin was opgenomen dat het de bedoeling was dat de directeur zelfstandig bevoegd was om de vennootschap te vertegenwoordigen, maakte het aannemelijk dat de directeur als statutair bestuurder was benoemd. Ten slotte handelde de directeur ook als ware hij statutair directeur. Het feit dat niet alle aandeelhouders schriftelijk hebben ingestemd met de besluitvorming buiten vergadering waarmee het besluit tot benoeming nog te vernietigen valt, doet er niet toe – zo gaf het hof aan – nu dit besluit niet is vernietigd en dus vooralsnog geldig is. In het licht hiervan is het ontslag van de statutair bestuurder rechtsgeldig geweest.


Maatregelen niet nakomen omgangsregeling

De coronacrisis leidt tot een record aantal conflicten tussen gescheiden ouders over de omgang met hun kinderen. Er worden veel spoedprocedures gevoerd bij de rechtbank. Er zijn verschillende maatregelingen mogelijk bij niet nakoming van een omgangsregeling. Zelfs de inzet van het strafrecht is mogelijk. In dit artikel meer hierover.

Op de overheid rust een inspanningsverplichting om het recht op omgang tussen ouders en kinderen te waarborgen. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De overheid moet snel en doeltreffend handelen waarbij de inzet van sancties niet moeten worden uitgesloten. De belangen van het kind staan hierbij voorop.

Bij niet nakomen van een omgangsregeling kan je denken aan dat de ene ouder de kinderen niet op de afgesproken tijd haalt of terugbrengt of zelfs helemaal niet komt opdagen. Of dat de ene ouder de kinderen niet wilt of kan opvangen op de afgesproken momenten. Ook kan het zijn dat de ene ouder er alles aan doet om de kinderen weg te houden van de andere ouder met of zonder goede reden.

In Nederland zijn er een aantal maatregelen die kunnen worden toegepast om de omgangsafspraken goed te laten verlopen. Als eerste de inzet van omgangsbemiddeling middels een mediator. Ook is andere hulpverlening mogelijk zoals een coach of inzet van het Jeugd en gezinsteam. Deze hulp vindt plaats in het vrijwillige kader.

De rechter kan begeleide omgang opleggen. Het kind en een ouder hebben dan contact onder begeleiding van een professional. Een andere maatregel die steeds vaker voorkomt is benoeming door de rechter van een bijzondere curator. Een bijzondere curator vertegenwoordigt het minderjarige kind. Het kind kan op deze wijze zijn/haar stem laten horen. De bijzondere curator praat ook met de ouders en brengt advies uit aan de rechter.

Een meer ingrijpende maatregelen om de omgang goed te laten verlopen is een omgangsondertoezichtstelling. Een omgangsondertoezichtstelling is een dwangkader waarbij er door de rechtbank een jeugdwerker vanuit de jeugdzorg wordt benoemd om het kind en het gezin de nodige hulpverlening te bieden. Ook tot de ingrijpende maatregelen van de rechter behoort een dwangsom of zelfs lijfsdwang. Bij een dwangsom zal de ouder die de omgang niet nakomt een bedrag moeten betalen aan de andere ouder. Bij lijfsdwang kan de ouder van zijn vrijheid worden ontnomen. Als laatste van de ingrijpende maatregelen kan er een wijziging van het gezag plaatsvinden. Het gezag van een ouder over zijn kind kan dan worden beëindigd. Tot slot is er nog een zware maatregel mogelijk en dat is de inzet van het strafrecht. Wegens onttrekking van het kind aan gezag  kan er aangifte worden gedaan. Onttrekking van een kind aan gezag is immers strafbaar gesteld in de wet.

Aangezien mijn column te kort is om alle maatregelen tegen niet nakoming van een omgangsregeling goed te bespreken zal ik de komende maanden aandacht besteden aan deze maatregelen ook aan de hand van rechtspraak.

Heeft u tussentijds al vragen dan weet u ons te vinden via telefoonnummer 071-203 2166 of via de mail info@wettingenderoode.nl.

Rest ons u alvast hele fijne feestdagen toe te wensen in deze uitzonderlijke tijden van de coronacrisis en een gezond 2021.