Een kind heeft recht op omgang met zijn beide ouders. Ik heb in eerdere blogs geschreven over de mogelijkheden van nakoming van een omgangs-/zorgregeling zoals een dwangsom, lijfdwang en dergelijke. Rechters proberen er alles aan te doen om nakoming van een omgangsregeling te laten plaatsvinden. Dit gaat soms erg ver maar rechters zijn verplicht hieraan hun inspanning te verlenen. Hoe zit dat?

Wetgeving

Het recht van omgang is in onze nationale wetgeving gewaarborgd maar ook in het Europees verdrag van de rechten van de mens (EVRM) dat Nederland heeft ondertekend. Dit verdrag legt de verdragsstaten verplichtingen op. In dit geval legt het de staten een positieve verplichting op om de gewaarborgde fundamentele rechten te beschermen. De verdragsstaten moeten de rechten garanderen en bevorderen en ervoor zorgen dat de rechten niet inhoudsloos zijn. De lidstaten en rechters van die lidstaten hebben hierbij een ruime beoordelingsvrijheid.

In het EVRM is opgenomen dat lidstaten in het belang van het kind hun uiterste best moeten doen de relaties met de ouder bij wie het kind normaal niet verblijft, te behouden of opnieuw op te bouwen. Het EVRM toetst deze verplichting van de lidstaten. De lidstaten dienen alle vereiste maatregelen te hebben genomen om de uitvoering van de omgang te faciliteren. Het is aan de rechter om de belangen van de minderjarigen te wegen en te beschermen bij het nemen van een beslissing omtrent de zorg- of omgangsregeling.

Recht op omgang bij de rechter

In de jaren 80 zag je dat de rechter meer een bemiddelende rol had bij omgangsregelingen en dat zag je ook terug in de uitspraken. De steeds grotere invloed van Europese verdragen heeft ertoe geleid dat de fundamentele normen en beginselen die ten grondslag liggen aan deze positieve verplichting van rechters om omgang tussen ouder en kind te bevorderen zijn vastgelegd in de wet. De bemiddelende rol is verdwenen. Het zou gezien deze verplichtingen passend zijn als de rechter ook ambtshalve en niet alleen op verzoek van een procespartij een dwangsom kan opleggen bij niet nakoming van een omgangs- of zorgregeling. Dit zou ook de verstandhouding tussen ouders ten goede kunnen komen aangezien dan niet een van de ouders een verzoek tot een dwangsom behoeft te doen.  Dit zet altijd de zaken op scherp terwijl ouders nog lang met elkaar te maken hebben door hun kind en gezamenlijk dienen op te trekken in het belang van hun kind.

Al met al is de rol van de rechter bij omgangs- of zorgregelingen veranderd en legt een rechter in het belang van het kind ouders rechten en verplichtingen op. De tenuitvoerlegging is hierbij dan ook van belang door middel van een dwangsom. De vraag is of het belang van het kind echt gediend is met deze pressies en bemoeienis. Aandacht voor preventieve hulpverlening is belangrijk!

Mocht u vragen hebben over omgangs- of zorgregelingen dan weet u ons te vinden!