Transitievergoeding

Een werkgever wil voorkomen dat het ontslag hem veel geld kost en een werknemer wil dat hem toekomt wat ook rechtvaardig is zijn situatie. In tegenstelling tot de oude situatie waarin de ontslagvergoeding was gebaseerd op de zogenoemde kantonrechtersformule, is nu nog ongeveer een derde over daarvan en is de vergoeding ook in de wet vastgelegd. Het uitgangspunt daarbij is dat wanneer de werkgever het dienstverband beëindigt of niet verlengt, de wettelijke transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd is. Deze vergoeding bestaat uit 1/3 maandsalaris voor elk gewerkt jaar. Het bruto maandsalaris dat hiervoor telt, is het salaris dat de werknemer in de laatste twaalf maanden heeft verdiend. Er geldt een maximum voor deze vergoeding die elk jaar wordt vastgesteld. Let op indien u een transitievergoeding heeft betaald als gevolg van het ontslag van een werknemer na twee arbeidsongeschiktheid, dan kunt u deze in veel gevallen terugkrijgen van het UWV. Vraag bij Maaike Wetting na wat de mogelijkheden zijn.

Aftrek kosten van transitievergoeding

Onder voorwaarden mag een werkgever zogenoemde transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering brengen op de transitievergoeding. Denk daarbij aan kosten voor de inzet van outplacement, kosten voor sollicitatietrainingen, arbeidsmarktbemiddeling maar ook kosten voor scholing en/of cursus.