De werkgever wil voorkomen dat het ontslag hem veel geld kost en de werknemer wil dat hem toekomt wat ook rechtvaardig is zijn situatie. In tegenstelling tot de oude situatie waarin de ontslagvergoeding was gebaseerd op de zogenoemde kantonrechtersformule, is nu nog een derde daarvan over en is de vergoeding ook in de wet vastgelegd. Het uitgangspunt daarbij is dat wanneer de werkgever het dienstverband beëindigt of niet verlengt, de wettelijke transitievergoeding is verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding bestaat uit 1/3 maandsalaris voor elk gewerkt jaar.
Aftrek kosten van transitievergoeding
Onder voorwaarden mag de werkgever zogenoemde transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering brengen op de transitievergoeding. Denk daarbij aan kosten voor de inzet van outplacement, kosten voor sollicitatietrainingen, arbeidsmarktbemiddeling maar ook kosten voor scholing en/of cursus.