Hoewel de Hoge Raad al geruime tijd geleden de kaders heeft geschetst waarbinnen kan worden beoordeeld of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of niet, blijkt dat er toch vaak nog onduidelijkheid is over de positie van de statutair bestuurder in de praktijk.

De statutair bestuurder is een vreemde eend in de bijt in het arbeidsrecht. Naast het feit dat de bestuurder geen ontslagbescherming geniet zoals de “gewone” werknemer, is er vaak discussie over de vraag of er wel sprake is van een dienstverband met de statutair bestuurder. Het is immers niet ongebruikelijk dat er met de statutair bestuurder een overeenkomst van opdracht/managementovereenkomst wordt gesloten, al dan niet via de persoonlijke bv van de bestuurder. De rechtbank heeft zich recent meerdere malen over deze discussie moeten buigen.

Als een managementovereenkomst is gesloten, is dat nog geen garantie voor het uitsluiten van het werknemerschap met alle daarbij behorende arbeidsrechtelijke bescherming. Zowel bij Rechtbank Midden-Nederland als Rechtbank Amsterdam speelde de vraag of de statutair bestuurder werknemer van de vennootschap was of niet. De statutair bestuurder vorderde niet alleen vernietiging van het ontslagbesluit van de aandeelhoudersvergadering, wat sinds de zogenoemde 15-april-arresten zowel tot het vennootschapsrechtelijk als het arbeidsrechtelijk ontslag van de statutair bestuurder als werknemer leidt, maar ook betaling van het loon dan wel de managementfee.

Aan de hand van de kaders die door de Hoge Raad zijn gegeven, kwam de rechter in beide gevallen tot het oordeel dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Doorslaggevend daarbij was niet zozeer de inhoud van de managementovereenkomst die was gesloten, maar de wijze waarop aan de wens om een managementovereenkomst/ overeenkomst van opdracht aan te gaan, uitvoering was gegeven. Wat hebben partijen in feite gedaan?

De statutair bestuurder stuurde facturen, al dan niet via de persoonlijke bv, en rekende daarbij btw. Daarbij bracht de bestuurder zijn werkzaamheden middels een vooraf overeengekomen uurtarief in rekening. De vennootschap droeg geen loonbelasting voor de bestuurder af. Verder bleek dat de bestuurder een andere positie binnen de vennootschap had dan de werknemers van de vennootschap. Van een gezagsverhouding, wat een van de kenmerken van de arbeidsovereenkomst is, was volgens de rechter geen sprake. Dit kwam ook tot uiting in de vrijheid die de statutair bestuurder had om zijn werkdagen en vrije dagen zelf in te delen. In de kwestie bij de rechtbank Midden-Nederland stelde de statutair bestuurder dat hij in een afhankelijke positie ten opzichte van de vennootschap stond, omdat hij structureel alleen voor de vennootschap werkzaamheden verrichtte en geen andere opdrachtgevers had. Hoewel dit voor het al dan niet bestaan van een opdrachtovereenkomst een indicatie kan zijn, oordeelde de rechter dat dit onvoldoende doorslaggevend was nu de statutair bestuurder al meer dan tien jaar lang directeur was bij de vennootschap waardoor hij een geheel andere positie had dan de reguliere werknemers. Hij was in dat kader zeer belangrijk voor het verwerven van opdrachten. Van een gezagsverhouding was dus geen sprake.

Ten slotte was in de managementovereenkomst welke in de zaak bij de rechtbank Amsterdam ten grondslag lag aan de rechtsverhouding, uitdrukkelijk opgenomen dat de bestuurder zich mocht laten vervangen door een ander. Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst is de verplichting persoonlijk de arbeid te verrichten juist van belang.

Langs de lijn van hetgeen partijen voor ogen heeft gestaan bij het sluiten van de overeenkomst, de wijze waarop ze feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst komen de rechters tot de conclusie dat er sprake was van een managementovereenkomst.

Niet alleen een goed geformuleerde managementovereenkomst is van belang, maar ook de juiste uitvoering daarvan. De wijze waarop vennootschap en bestuurder na het sluiten van de overeenkomst handelen, kan immers tot een andere uitkomst leiden. Zorg er daarom voor dat de overeenkomst goed, duidelijk en zo concreet mogelijk is geformuleerd, zodat deze in de praktijk ook werkbaar is.