Bij een echtscheiding dien je volgens de wet alles op te geven dat verdeeld dient te worden. Houd je bijvoorbeeld achter dat je nog een vakantiehuis elders hebt dan kan indien de andere ex-echtgenoot hier achter komt het gehele vakantiehuis aan die andere echtgenoot worden toegedeeld ook op een later moment.

Volgens de wet mag een echtgenoot bij een echtscheiding geen goederen opzettelijk verzwijgen, zoekmaken of verborgen houden. Het gaat dan om handelen of nalaten met het doel de andere partij bewust te benadelen.
Omdat op dit handelen of nalaten de sanctie staat dat het goed dan volledig aan de andere partij toekomt (in plaats van bij helfte) worden er zware eisen gesteld aan het bewijs van opzet. Deze sanctie is redelijk uitzonderlijk in het burgerlijke recht omdat het een strafkarakter heeft. De andere partij moet wel weten dat het goed bij echtscheiding verdeeld moet worden. Aantonen dat er sprake is van opzet is een lastige opgave. Het enkele feit dat een echtgenoot niet wist maar wel behoorde te weten dat dat goed tot de echtscheiding behoorde maakt niet dat er opzet aanwezig is.

Op 12 april 2018 heeft het gerechtshof Den Bosch een uitspraak gedaan waarin wel is aangenomen dat er opzet aanwezig was en is de sanctie toegepast. De vrouw heeft in deze zaak het in contanten opgenomen bedrag achtergehouden om het bedrag bewust buiten de verdeling van de echtscheiding te houden.

De vrouw had tot een jaar voor de echtscheiding grote geldbedragen opgenomen van de spaarrekening. De vrouw heeft ook erkend dat zij meer geld heeft opgenomen dan normaal. Zij gaf hiervoor als verklaring dat het verdriet van een slecht huwelijk dat zijn einde nadert werd gecompenseerd met leuke uitstapjes en genieten. Zij heeft in korte tijd € 36.200,- (!) aan contanten opgenomen. Het is onmogelijk dat de vrouw al dit geld heeft uitgegeven. De man is er verder achter gekomen dat de vrouw vervolgens een kluisje is gaan huren bij de bank. De vrouw heeft dit erkend maar kon geen goede reden geven voor de huur van het kluisje. De vrouw heeft niet kunnen aantonen dat zij de opgenomen bedragen daadwerkelijk heeft uitgegeven zodat het hof heeft geconcludeerd dat dit geldbedrag nog aanwezig moet zijn. De vrouw dient het volledige bedrag van € 36.200,- aan de man te voldoen.

Dat er opzet wordt aangenomen en bovengenoemde sanctie wordt opgelegd is vrij uniek. Vaak gaat het om een “vergeten” goed en dient deze alsnog bij helfte te worden verdeeld en is deze niet in zijn geheel voor de andere ex-echtgenoot.
Mijn advies: neem geen risico en geef alles op wat er bij een echtscheiding aanwezig is. Doe bij twijfel navraag!