Partneralimentatie is een financiële bijdrage in het levensonderhoud van de ex-partner door de andere ex-partner. Als je gehuwd bent geweest of een geregistreerd partnerschap hebt gehad kan het zijn dat degene die geen inkomen dan wel minder inkomen heeft recht heeft op partneralimentatie van zijn ex partner. Dat je recht hebt op partneralimentatie betekent nog niet dat je daadwerkelijk partneralimentatie krijgt. Dit is afhankelijk van vele factoren.

Als eerste moet diegene die aanspraak wilt maken op partneralimentatie “behoefte” hebben aan een bijdrage in het levensonderhoud. De tendens in de rechtspraak maar ook de discussie in de politiek neigt er steeds meer naar dat verwacht wordt dat degene die aanspraak maakt op partneralimentatie voor zover mogelijk in zijn of haar eigen levensonderhoud probeert te voorzien. Dit heeft alles te maken met de veranderde maatschappij waarbij we vaak te maken hebben met tweeverdieners. Ooit is het recht op partneralimentatie in de wet terecht gekomen toen het rolpatroon was dat de man werkte en de vrouw zorgde voor het huishouden en de kinderen. Als partijen dan uit elkaar gingen stond de vrouw letterlijk met lege handen.

Als aangetoond is dat er behoefte is voor partneralimentatie dan zal er gekeken worden of degene die partneralimentatie moet betalen dit wel kan betalen en hoeveel. Dit is afhankelijk van de inkomsten en uitgave oftewel de draagkracht. Hier ligt een hele berekening aan ten grondslag.
In uitzonderlijke gevallen kan kwetsend en grievend gedrag van degene die partneralimentatie ontvangt naar degene die partneralimentatie betaalt leiden tot beëindiging dan wel matiging van betaling van partneralimentatie. De rechter oordeelt hier terughoudend in van geval tot geval.

Een zaak waarbij de vrouw 4 processenverbaal van aangiften inzake het wangedrag van de man, een opgelegd huisverbod, sms berichten, emailberichten en een grievende brief aan de werkgever van de vrouw door de man heeft overgelegd heeft de rechtbank toch geoordeeld om de partneralimentatie aan de man NIET stop te zetten. De rechter heeft hierbij rekening gehouden met het feit dat de gedragingen van de man in de periode van de scheiding hebben plaatsgevonden, de man tijdens het huwelijk ook al emotionele en psychische klachten had en de man arbeidsongeschikt was en is. Ondanks dat de gedragingen ongetwijfeld kwetsend zijn geweest voor de vrouw vindt de rechtbank het onvoldoende ernstig om de partneralimentatie stop te zetten. Met een scheiding gaan immers emoties gepaard waardoor niet ieder wangedrag of grievend gedrag leidt tot een zover strekkend gevolg van stopzetten van partneralimentatie zo oordeelt de rechtbank. Daarbij weegt mee dat deze stopzetting onherroepelijk zou zijn aangezien eenmaal beëindigde partneralimentatie niet meer opnieuw kan bestaan.
In de politiek wilt men graag de berekening van partneralimentatie versimpelen door met bepaalde standaard bedragen te rekenen.

Dit is naar mijn mening een ondoenlijke zaak aangezien elke zaak uniek is en maatwerk geboden is. De beoordeling en berekening van partneralimentatie vraagt deskundigheid van professionals.